033 258 04 60
Deze website gebruikt functionele cookies. Door gebruik te maken van deze website geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies.
DFO Signalen gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
033 258 04 60
In een van de vorige DFO Signalen verzochten wij intermediairs aan te geven aan welke financiële adviesgebieden en aan welke aspecten van het ondernemerschap men in de komende tijd meer aandacht gaat geven. Hieronder een tussenstand.
Wanneer wij kijken naar de top drie aspecten van het ondernemerschap die door de respondenten tot nu toe het meest aangegeven zijn, zijn dit de volgende:
In de komende maand zullen wij naar de respondenten van het onderzoek uitgebreidere informatie sturen over de resultaten. Heb je nog niet deelgenomen aan dit onderzoek (met slechts drie vragen), dan kan dat alsnog via onderstaande button.
Anders dan veel andere ondernemers zijn financieel advieskantoren niet vrij in het beloningsbeleid dat zij voeren. Dat begint al met de eis dat er sprake moet zijn van een beheerst beloningsbeleid. Vervolgens zijn er eisen ten aanzien van het hebben van een schriftelijke notitie waarin dit beleid is vastgelegd, eisen aan de maximale variabele beloning en de eis dat er een tekst op de site van het kantoor komt waarin de uitgangspunten van het beloningsbeleid worden weergegeven. Kortom weer een hoop werk. Maar gelukkig helpt Bureau DFO jullie graag met een vernieuwde notitie Beheerste en integere beloning financieel advieskantoren: Toelichting en modellen. Naast de toelichting tref je de volgende modellen aan:
Het model kan je hieronder bestellen.
omvang van de zorgplicht van de financieel adviseur aan de orde kwam. De casus is vrij simpel. Een ondernemer sluit in 2014 een verzekering via een adviseur. Onderdeel van de verzekering is de verplichting voor de ondernemer om regelmatig de elektrische installatie te laten controleren. In 2019 wijst de adviseur uitdrukkelijk en aantoonbaar op de noodzaak deze keuringen te laten uitvoeren. Verzekerde laat na deze controle uit te voeren. In 2021 is er een brand ontstaan waarvan aangenomen moet worden dat de oorzaak (mede) heeft gelegen in gebrek aan onderhoud. Verzekeraar weigert daarop de uitkering. De interessante passage uit het vonnis van de Rechtbank is de volgende:
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de zorgplicht van >de adviseur< niet zo ver gaat dat zij, nadat zij [eiseres] uitdrukkelijk heeft gewezen op de clausules, vervolgens dient na te gaan of [eiseres] daar daadwerkelijk naar heeft gehandeld.
Brief, mail, app, telefoon, de hele dag sturen klanten via allerlei verschillende communicatiemiddelen berichten naar hun financieel adviseur. Het is bijna niet te voorkomen dat er af en toe een bericht tussen wal en schip valt. Meestal is er niets aan de hand. Maar soms ook wel. Dan kunnen er hele vervelende discussies ontstaan of de klant had mogen verwachten dat de adviseur tijdig iets had gedaan of nagelaten naar aanleiding van dit bericht. Een deel van de mogelijke discussie wordt opgelost doordat artikel 3:37 lid 3 BW uitgaat van het beginsel van de ontvangsttheorie: “Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt”. Maar een bericht ontvangen is nog niet hetzelfde als het hebben gelezen van dit bericht. Om vervelende discussies te voorkomen is het mogelijk om in de algemene voorwaarden van het kantoor en op de site een bepaling op te nemen inhoudende dat "de verzender alleen berichten verzonden aan het kantoor als ontvangen en gelezen mag beschouwen wanneer deze door het kantoor schriftelijk zijn bevestigd”.
Advocaat Iris Cuijpers, advocaat aansprakelijkheidsrecht en verzekeringsrecht bij Holla Advocaten, geeft in deze bijdrage een helder overzicht over de juridische consequenties voor de aansprakelijkheid van de wegbeheerder indien deze wel, niet of onduidelijk heeft gewaarschuwd voor het feit dat de weginrichting niet voldoet aan wat de weggebruiker heeft mogen verwachten. Belangrijke feiten om vast te stellen zijn bijvoorbeeld de afstand van het waarschuwingsbord dat de wegbeheerder heeft geplaatst tot de risicovolle situatie. Maar ook de tekst van het waarschuwingsbord duidelijk aan te geven wat precies het risico is waarvoor gewaarschuwd wordt. De vermelding “verkeerssituatie gewijzigd” zal vaak niet voldoende zijn. Kortom, een zeer lezenswaardig artikel! (Met dank aan mr. dr. C.J. de Jong, hoofdredacteur Verzekeringsrecht, Aansprakelijkheid, Schade en Toezicht voor deze “tip”).