033 258 04 60
Deze website gebruikt functionele cookies. Door gebruik te maken van deze website geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies.
DFO Signalen gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te analyseren en om er voor te zorgen dat je voor jou relevante informatie te zien krijgt. Door hiernaast op akkoord te klikken, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies en het verzamelen van informatie aan de hand daarvan door ons en door derden.
Eind 2026 dienen alle EU-lidstaten haar burgers te voorzien van een digitale identiteit en bijbehorende wallet. Deze “wallet” wordt op de mobiele telefoon geïnstalleerd. Met deze tool kan de burger zich identificeren gelijk als bijvoorbeeld nu met zijn rijbewijs. Hij kan hiermee ook direct toegang krijgen tot zijn digitale gegevens bij de overheid en organisaties die deze faciliteit ter beschikking stellen. Ook kan hij via deze wallet informatie doorsturen naar derden. Tot slot kunnen via de wallet rechtsgeldig documenten worden ondertekend. De AFM heeft hierover een rapport gemaakt. Naast veel voordelen ziet de AFM ook risico’s. Onder meer dat door verlaging van drempels consumenten sneller en minder doordacht online financiële producten aanschaffen. Bureau DFO voorziet dat door invoering van de EDI-Wallet het veel makkelijker wordt om vanuit andere landen Nederlandse consumenten te stimuleren online rechtstreeks bij de buitenlandse partij bijvoorbeeld een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. De vraag is dan of en zo ja het Nederlandse provisieverbod dan nog van toepassing is en handhaafbaar is. Deze en vele andere vragen zal de sector in de komende maanden onder ogen moeten gezien gelet op de korte termijn, uiterlijk eind 2026, waarop deze EDU-wallet moet zijn ingevoerd. Via onderstaande button is het AFM-rapport Europese Digitale Identiteit: de komst van de EDI-wallet in te zien.
Bart Koster, manager intermediaire distributie van Lloyds Bank, heeft afgelopen week een gesprek gevoerd met Cees de Jong, directeur Vastgoed Nederland en Hans van der Ploeg, directeur van voorheen VBO en nu ook onderdeel van Vastgoed Nederland. Centraal in dit gesprek stonden de taxaties die in het kader van een hypotheektraject plaatsvinden. Aan de orde kwamen onder meer de leermomenten voor adviseurs, ontwikkelingen vanuit Europa en uiteraard de toenemende aandacht voor schade aan funderingen. In ruim 19 minuten komen veel relevante onderwerpen voorbij. Het gesprek kan je via onderstaande button bekijken.
Onder het motto je bent nooit te oud om te leren: een parametrische verzekering is een verzekering met als kenmerk dat een vooraf bepaalde uitkering plaatsvindt indien een drempelwaarde wordt bereikt zonder dat er onderzoek plaatsvindt naar de schade. Hoeveel een verzekeraar moet uitkeren wordt bepaald aan de hand van vooraf overeengekomen “parameters”. Voorbeelden van parameters die worden gebruikt zijn onder andere windkracht, temperatuur en neerslag. Wanneer de uitkering bij een verzekering uitsluitend afhankelijk is van de vraag of een drempelwaarde is bereikt, komt bij juristen de vraag op tafel of een dergelijke verzekering gekwalificeerd moet worden als een schadeverzekering of als een sommenverzekering. Voor het antwoord “schadeverzekering” ontbreekt echter de wettelijke eis dat er aan de zijde van de verzekerde sprake moet zijn van “schade”. Terwijl bij het antwoord “sommenverzekering” niet wordt voldaan aan het vereiste dat sommenverzekeringen alleen zijn toegestaan in de vorm van “persoonsverzekeringen”.
Advocaat Marijke Lohman, verbonden aan WIJ Advocaten BV, gaat in een artikel in Verzekeringsrecht, Aansprakelijkheid, Schade en Toezicht (VAST) in op enkele vraagstukken rondom deze verzekering.
In de afgelopen maanden hebben veel mensen kennisgemaakt met AI. Na verbazing over wat er blijkt te kunnen, breekt nu het moment aan dat veel ondernemers zoeken naar concreet gebruik op hun kantoor. Niet over een paar jaar maar morgen. Bureau DFO heeft hiervoor voor verschillende doelgroepen verschillende workshops ontwikkeld. Tijdens elke workshop gaan deelnemers concreet aan de slag en krijgen ze tools en tips hoe zij inderdaad de volgende dag op kantoor met AI kunnen starten. De huidige opleidingen zijn:
Masterclass AI & en Gespreksverslagen voor Hypotheekadviseurs
Wil je hierover meer informatie, ook voor incompany trainingen, neem dan contact op met Agaat van Ekeren: avanekeren@dfobv.nl. Of kijk via de DFO QR code naar uitgebreidere informatie over deze opleidingen. Wil je een vakpaper over het gebruik van AI in combinatie met jouw adviessoftware, dan adviseren wij je de vakpaper van Blinqx over dit onderwerp via de Blinqx QR code te downloaden.
Een consument vraagt in het kader van de financiering van een aan te kopen woning advies aan een adviseur. De adviseur komt tot een advies met de uitkomst dat de consument bij een bepaalde constructie € 10.000 overhoudt voor consumptieve bestedingen. De consument koopt de woning en besluit direct de € 10.000 te gebruiken voor de aankoop van een keuken. Helaas stuurt de notaris voorafgaand aan de passeerdatum een nota waaruit blijkt dat er slechts € 2.500 “overblijft”. De aangesproken adviseur controleert zijn advies en geeft toe een fout te hebben gemaakt in zijn berekening. De consument zal ervaren dat door de fout van de adviseur hij een schade heeft geleden van € 7.500. Wordt een dergelijke casus aan de CG-Kifid voorgelegd dan blijkt uit meerdere uitspraken dat de kans groot is dat de CG-Kifid tot de uitspraak zal komen dat de adviseur een beroepsfout heeft gemaakt, en dat dit gedeelte van de klacht gegrond is, maar de consument geen vermogensschade heeft geleden. Immers, zou de adviseur de fout niet hebben gemaakt dan zou de consument deze € 7.500 ook niet hebben overgehouden. Slechts wanneer de consument hard kan aantonen dat hij kosten heeft gemaakt die hij zonder het verkeerde advies van de adviseur niet zou hebben gemaakt bestaat de kans dat de CG-Kifid ook de misgelopen € 7.500 als schade aanmerkt. Uit eerdere uitspraken blijkt dat in een dergelijke klacht de CG-Kifid vaak uitspreekt dat de klant niet de volledige overeengekomen advieskosten verschuldigd is maar bijvoorbeeld slechts 50%.
Met ingang van 15 maart is het Bureau DFO team versterkt met Jozé van den Berg. Jozé heeft vele jaren zelf een financieel advieskantoor geleid en heeft nadien binnen onze sector als senior accountmanager voor Blinqx gewerkt. Jozé zal onder meer relaties van Bureau DFO adviseren op het gebied van (incompany-)opleidingen en events.