Alsjeblieft! Jouw wekelijkse update met signalen uit de markt, speciaal voor onafhankelijk financieel adviseurs.

Onderhoud en nazorg van financiële producten is belangrijk. Wijzigingen in het pensioenstelsel en mogelijk op het gebied van hypotheekrenteaftrek maakt aandacht voor het onderhoud van door consument eerder afgesloten financiële producten alleen maar belangrijker. De potentie voor meer dienstverlening op het gebied van onderhoud en nazorg is groot, omdat de markt van al eerder afgesloten financiële producten nu eenmaal vele malen groter is dan de jaarlijkse omzet aan nieuw afgesloten financiële producten. Een van de instrumenten die financieel advieskantoren inzetten om de kosten van deze dienstverlening te financieren is het voeren van abonnementen. In de Wft DFO Nieuwsbrief die op 6 oktober jl. is uitgebracht wordt in dit kader aangegeven dat de AFM van oordeel is dat het onwenselijk is dat consumenten diensten alleen door middel van betaling van een maandelijks abonnementsbedrag kunnen ontvangen. De AFM geeft aan het wenselijk te vinden dat een consument, naast het aangaan van een abonnement, ook in de gelegenheid wordt gesteld bepaalde diensten af te nemen die vervolgens via een verrichtingen- of uurtarief in rekening worden gebracht.

Binnen de sector leeft nog steeds breed het misverstand dat wanneer een financieel adviseur geen vergunning Wft-pensioen heeft, hij niet met consumenten mag praten over het onderwerp pensioen. Dit is dus onjuist. Om te beginnen zijn de vakbekwaamheidseisen alleen gekoppeld aan de activiteit adviseren. De definitie van het begrip adviseren luistert nauw en laat heel veel ruimte aan adviseurs om over alles met de klant te praten waarvan de adviseur denkt dat dit in het belang is van de klant. Belangrijker nog is dat de Wft-vergunning pensioen primair betrekking heeft op het financiële product dat de werkgever voor zijn medewerkers afsluit in de tweede pijler. Het gaat dan dus om de contractuele relatie adviseur/werkgever. Juist nu de invoering van de WTP voor miljoenen Nederlanders gevolgen heeft voor hun pensioen is het belangrijk dat de financieel adviseur hierover met zijn klanten in gesprek gaat. Een consument kan ook een lijfrente (derde pijler) afsluiten als aanvulling op de tweede pijler of als alternatief als geen collectief pensioen aanwezig is, zoals bijvoorbeeld bij ZZP'ers en veel ondernemers. Het adviseren van lijfrente producten mag door de adviseur met de vergunning Wft-vermogen worden gedaan.

NN heeft in samenwerking met Quest een blad gemaakt waarin op een hele aantrekkelijke wijze wordt ingegaan op het onderwerp pensioen. De verschillende, op zich complexe en “saaie”, onderwerpen worden op een toegankelijke en leuke wijze behandeld op een wijze die uitnodigt om deze te lezen. Deze editie is kosteloos te bestellen bij Nationale-Nederlanden. Je kunt exemplaren van de gratis Quest-special 'Geld voor Later' aanvragen via onderstaande link – handig voor in klantgesprekken, op kantoor of bij events.

Bureau DFO heeft in samenwerking met Atentikmarketing het Performance onderzoek 2025 gehouden. In dit onderzoek wordt het intermediair verzocht aan te geven welke aspecten van dienstverlening zij in de relatie tot hun aanbieders belangrijk vinden en hoe zij de geleverde dienstverlening van hun belangrijkste aanbieders beoordelen. De resultaten van het onderzoek zijn dit jaar gebaseerd op 1.860 waarnemingen. De waarnemingen hebben betrekking op de volgende categorieën aanbieders:

• Hypotheken
• Lijfrente
• ORV
• Particuliere schade
• Zakelijke schade
• AOV

Een samenvatting van het onderzoek kan je hieronder downloaden.

In oktober 2024 heeft de AFM aangekondigd vanaf 2025 in gesprek te gaan met stakeholders om te kijken op welke wijze de kwaliteit van advies verder versterkt kan worden. In de zomermaanden van dit jaar heeft de AFM aangegeven dat deze gesprekken hebben plaatsgevonden en er in de markt een behoefte blijkt te bestaan aan een actualisatie van de bestaande leidraden. Onder meer is gepleit om meer aandacht te geven aan onderwerpen als verduurzaming en relatiebeëindiging. De AFM is op dit moment bezig met deze actualisatie. Ten aanzien van eventuele nieuwe thema’s dient de AFM nog te beslissen of hierover een consultatie in de markt zal plaatsvinden. Bureau DFO pleit mede, in het licht van een level playing field van opleiders en om alle marktpartijen gelegenheid te bieden te reageren, voor een dergelijke consultatie. Het wachten is op dit moment dat de AFM meer duidelijkheid geeft over de vorm en planning van dit proces.